Dol op het leven?

Vanmorgen zat ik op de trap van het Centraal Station. De ochtendzon verwarmde mijn gezicht terwijl ik keek naar de mensenmassa die zich als een nimmer eindigende stroom voortbewoog. Toeristen met rolkoffers, forensen met aktentassen, studenten met rugzakken – allemaal deel van het kloppende hart van Rotterdam.
Het is op zulke momenten dat ik word overweldigd door een diep gevoel van dankbaarheid. Dol zijn op het leven is niet altijd vanzelfsprekend in een stad die zichzelf steeds opnieuw moet uitvinden. Rotterdam, met haar geschiedenis van verwoesting en wederopbouw, leert ons juist daarom een belangrijke les over levenskunst.
De stad weerspiegelt wat het betekent om het leven te omarmen: niet opgeven, steeds weer opstaan, en bovenal – durven dromen. Kijk maar naar de Erasmusbrug, die als een zwaan haar vleugels uitstrekt over de Maas. Ze vertelt ons dat schoonheid mogelijk is, zelfs in een stad die ooit in puin lag. Is dat niet precies waar het om gaat bij het liefhebben van het leven? Het zien van mogelijkheden waar anderen vooral beperkingen zien?
In de volkswijk waar ik woon, zie ik dagelijks voorbeelden van mensen die dol zijn op het leven. De Turkse bakker die elk kind een koekje geeft, de Surinaamse oma die op haar balkon plantjes kweekt en uitdeelt aan de buurt, de Nederlandse buurman die zijn scootmobiel heeft versierd met led-lampjes omdat “het leven wel wat kleur kan gebruiken”. Ze leven niet in weelde, maar hun hart stroomt over van rijkdom.
God openbaart zich vaak in deze kleine gebaren van menselijkheid. In de glimlach van een vreemdeling, in een onverwacht gesprek bij de tramhalte, in de helpende hand van een voorbijganger als je fiets er weer eens mee stopt. Het zijn deze momenten waarop de hemel de aarde raakt, waarin we even voelen dat we deel zijn van iets groters.
Dol zijn op het leven betekent niet dat alles perfect hoeft te zijn. Rotterdam leert ons dat imperfectie juist karakter geeft. De stad is als een lappendeken van oude en nieuwe architectuur, van verschillende culturen en levensstijlen. Net zoals ons leven niet altijd een rechte lijn volgt, maar meanderend zijn weg vindt door vreugde en verdriet.
In de Markthal, dat architectonische wonder vol geuren en smaken, zie je wat er gebeurt als mensen hun passie volgen. Ondernemers die met liefde hun waren aanprijzen, bezoekers die zich verwonderen over de kleurenpracht van fruit en groenten, kinderen die met grote ogen naar het kunstwerk aan het plafond staren. Hier proef je letterlijk wat het betekent om van het leven te genieten.
Soms vraag ik me af of we niet te vaak vergeten om stil te staan bij de wonderen om ons heen. In onze haast om vooruit te komen, missen we misschien de schoonheid van het moment. Maar Rotterdam nodigt ons steeds opnieuw uit om op te kijken, om ons te verwonderen over wat mogelijk is als we durven te geloven in het goede.
Dol zijn op het leven is een keuze die we elke dag opnieuw kunnen maken. Het is de beslissing om, net als deze stad, niet bij de pakken neer te zitten maar vooruit te kijken. Om te geloven dat er na regen zonneschijn komt, dat er achter elke wolk een blauwe lucht schuilgaat.
Terwijl ik dit schrijf, klinkt in de verte het carillon van de Laurenskerk. De melodie mengt zich met het geluid van de stad – een symfonie van leven. En ik besef: dol zijn op het leven is misschien wel de meest natuurlijke staat van zijn. We hoeven het alleen maar toe te laten.

